Kletsnat en lachende kinderen
Door Lieselotte Van Impe - Verzorgende
Kinderen zijn niet de makkelijkste klanten voor verzorging. Zeker niet als het er vijf zijn! Lieselotte Van Impe, verzorgende bij i-mens, weet er alles van.
Lachende kinderen, mijn kleren doorweekt en schuim in mijn oog. Deze situatie herhaalt zich iedere woensdagnamiddag om 13 uur.
Een maand geleden startte ik een nieuwe kraampost op, waarbij ik en nog een andere collega de twee vaste verzorgenden werden. Niet minder dan vijf kinderen tussen de drie en acht jaar – plus een pasgeboren baby – kwamen onder onze vleugels terecht. Bij mijn eerste bezoek werd ik vriendelijk onthaald door de vader. Hij vertelde mij dat mijn takenpakket vooral bestond uit de strijk en de verzorging van de kindjes. “Als je wil, mag je beginnen met deze 3 hier boven te wassen.” Euh? Oké. “De kleertjes liggen boven gesorteerd op de vensterbank.” Oké, is goed … “Dit zijn hun namen …” Gevolgd door 3 moeilijk uitspreekbare Marokkaanse namen.
Met een klein hartje nam ik de kindjes mee naar boven. Een op mijn arm, de andere hield mijn handje vast en de oudste liep in grote sprongen de trap omhoog. Gelukkig was het een grote badkamer en was er genoeg plaats voor iedereen. Ik besloot met de kleinste telg te beginnen en ontdekte dat hij ook nog een luiertje droeg. Natuurlijk mocht het weer lukken dat deze luier van boven tot onder vol hing met stoelgang. Het begon al goed!
Uiteindelijk kon ik het kleine mannetje in bad zetten en liet ik het water lopen. Te warm, te koud, weer te warm. Bij een kraan die je niet kent, is het toch zo moeilijk om de juiste temperatuur te vinden. Na vijf minuten sukkelen was het me eindelijk gelukt om het water op een acceptabele temperatuur te laten lopen. Terwijl ik het kind aan het wassen was, kwamen de twee andere sloebers aan weerszijden van mij staan en bekeken aandachtig wat ik aan het doen was. Verschillende vragen werden op me afgevuurd, zoals “Hoe oud ben jij?”, “Vanwaar kom jij?” en “Wat kom jij hier doen?”
Ik probeerde alles op een kindvriendelijke manier te beantwoorden, hun namen juist uit te spreken en intussen mijn gedachten bij het wassen te houden. Nummer 1 was klaar waardoor ik hem kon afdrogen en zijn kleertjes aantrekken. Maar terwijl ik in gevecht was met een van de kledingstukken hoorde ik achter mij het water opnieuw lopen. Nog voor ik mezelf kon omdraaien, werd ik overspoeld door een koude straal water die over mijn rug heen liep. De tweede jongste van de bende stond lachend in de badkuip met de sproeier in haar handen. Ik probeerde me autoritair op te stellen maar al snel kon ik zelf mijn glimlach niet bedwingen. Daar zat ik dan, doorweekt, met mijn ene hand in het veel te kleine mouwtje van de peuter en in mijn andere hand de sproeier.
Nadat ik de kleine peuter naar beneden had gestuurd, keerde de rust snel weer in de badkamer. Dat was er al eentje minder. Verder verliep alles vlot en voor ik het wist had ik alle kinderen proper naar beneden gestuurd. Ik ruimde de badkamer nog op, droogde de vloer en zette het raam open. Ik bekeek mezelf in de aangedampte spiegel en begon te lachen. Mijn kleren waren nog steeds nat en mijn eyeliner was zelfs een beetje uitgelopen door de vochtige badkamer. Ik probeer steeds een superheld te zijn wanneer ik mijn job uitoefen. De mensen het gevoel te geven dat wanneer zij het even niet meer aankunnen, ik klaar sta om met mijn superkrachten alle taken over te nemen. Maar soms moet ik toegeven dat ook superhelden niet alles kunnen. Je zou dan denken: och, dat was de eerste keer, dat is normaal! Maar na al die keren stap ik nog steeds iedere keer de trap af met nat haar, natte kleren en een bende gelukkige kinderen. Gelukkig vinden de ouders het niet erg en beseffen ze dat het een heuse taak is. En ik? Zolang de kinderen gelukkig zijn, ben ik dat ook!